Paragraaf Interne beheersing

Paragraaf Interne beheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf Interne beheersing

De gemeente Heerde streeft een zelf controlerende organisatie na, waarbij zij voortdurend aandacht schenkt aan het verbeteren van haar procesinrichting en haar sturende en beheersende taken. Vanzelfsprekend pakt zij de aanbevelingen die zij ontvangt van haar accountant op door gericht deze aanbevelingen uit te zetten en te monitoren op welke wijze de organisatie deze aanbevelingen afweegt, oppakt en implementeert. Twee keer per jaar beoordeelt en rapporteert de Control-functie over de mate waarop de organisatie opvolging heeft gegeven aan de aan haar opgelegde aanbevelingen. In de najaarsnota en de jaarrekening zal deze opvolging uitgebreid behandeld worden.

In deze paragraaf van de begroting worden de niet te kwantificeren risico’s behandeld. De volgende niet kwantificeerbare risico’s kunnen worden gemeld:
1. Gewaarborgde geldleningen;
2. Geschil softwareleverancier;
3. Niet geraamde wachtgeldverplichtingen;
4. Geen raming voor de pensioenvoorziening (ex)wethouders;
5. De inning van de eigen bijdrage van de WMO voorzieningen;
6. Fiscale risico’s

Deze risico’s zijn niet te kwantificeren. Mochten deze risico’s zich voordoen, dan zal hier over worden gerapporteerd in de voorjaarsnota en najaarsnota.

1.Gewaarborgde geldleningen
Onderstaande garanties zijn verleend:
1. Per 1 januari 2017 heeft de gemeente een garantieverplichting met een achtervangfunctie van € 94,8 miljoen, hoofdzakelijk aan Woonstichting Triada Wonen. De woningbouwcorporaties die aan het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) deelnemen moeten zelf voldoende kredietwaardig zijn om hun verplichtingen na te komen. De eisen die aan corporaties gesteld zijn door het WSW zijn streng. Gemeenten hebben hierbij een achtervangfunctie. Het risico dat de gemeente in dit kader een renteloze lening moet verstrekken is gering. Tot nu toe is dit in Nederland nog niet voorgekomen.

2. De gemeente staat eind 2016 garant voor € 4 miljoen aan gewaarborgde geldleningen, waarvan het merendeel aan de Woningstichting, St. Woonzorg Nederland (HBB) en VSO ZMOK school de Sprengen. Het risico dat we hierop aangesproken worden is gering. Tot nu toe is de gemeente hier nog nooit op aangesproken.

2.Geschil softwareleverancier
In 2015 heeft onze belangrijkste leverancier van ICT-applicaties een forse eenzijdige tariefsverhoging van ruim 40% doorgevoerd. Diverse gesprekken en juridische stappen hebben niet geleid tot een gewenste oplossing.

3.Niet geraamde wachtgeldverplichtingen
In verband met mogelijke collegewisselingen volgend jaar is het nog niet zeker of er wachtgeldverplichtingen ontstaan.

4.Geen raming voor de pensioenvoorziening (ex)wethouders
In de begroting is het niet mogelijk om een deugdelijke raming in te schatten voor de pensioenvoorziening van (ex)wethouders. Mochten hier verplichtingen uit gaan ontstaan, dan worden deze meegenomen in de jaarrekening.

5.De inning van de eigen bijdrage van de WMO voorzieningen
Opgemerkt wordt dat het CAK afhankelijk is van zorgaanbieders voor wat betreft aanlevering van juiste gegevens, het CAK eventueel zelf onjuiste berekeningen maakt van eigen bijdragen en dat het CAK een onjuiste afdracht doet aan de gemeente. Dit risico is kleiner geworden doordat een deel van de zorgklanten is overgestapt naar de Algemene Voorziening en het aantal zorgklanten ook is gedaald. De werkzaamheden van het CAK worden overigens wel afgedekt met een accountantsverklaring.

6.Fiscale risico’s
Alle gemeenten hebben te maken met fiscale wetgeving die voortdurend in beweging is. De naleving voor een juiste toepassing daarvan krijgt steeds meer aandacht van de Belastingdienst. Door de Belastingdienst wordt steeds strenger opgetreden en het opleggen van (forse) boetes bij geconstateerde onjuistheden komt steeds vaker voor. Ondanks alle vereenvoudigingswensen is de fiscale regelgeving op vele terreinen per saldo niet eenvoudiger, maar juist ingewikkelder geworden. Desondanks probeert de gemeente toch de meest fiscaal gunstige weg te bewandelen. Met ingang van het jaar 2016 komt er voor de gemeenten een nieuw belastinggebied bij, namelijk de Vennootschapsbelasting (VPB). Over de precieze toepassing zijn veel onduidelijkheden.