I. Activa
Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten. Indien in de vervaardigingsprijs is opgenomen de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend, dient te worden toegelicht dat deze rente is geactiveerd. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met de afschrijvingen en/of eventuele beschikkingen over reserves voor zover het investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut betreft. De afschrijvingstermijn van kosten onderzoek en ontwikkeling bedraagt ten hoogste vijf jaar. De bijdrage in activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage, verminderd met afschrijvingen. Onder uitzettingen worden aandelen, obligaties, maar ook leningen en vorderingen verstaan.
Materiële vaste activa
Economisch nut
De materiële vaste activa met een economisch nut zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen en/of bijdragen van derden (voor zover er een directe relatie bestaat met het actief).
Economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
De materiële vaste activa met een economisch nut zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen en/of bijdragen van derden (voor zover er een directe relatie bestaat met het actief).
Maatschappelijk nut
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.
In erfpacht uitgegeven gronden
De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen uitgifteprijs van (eerste) uitgifte. De geactiveerde investeringen in activa met een maatschappelijk nut zijn geactiveerd op basis van het gestelde in de verordening ex art. 212 dan wel op basis van afzonderlijke raadsbesluiten. De afschrijvingsmethode is vastgelegd in de door de raad vastgestelde verordening ex art. 212. Indien hierop extra wordt afgeschreven wordt dit toegelicht.
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen leningen, overige langlopende leningen en overige uitzettingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van eventuele aflossingen. Deelnemingen worden in afwijking hiervan gewaardeerd tegen marktwaarde, indien deze waarde lager is dan de verkrijgingsprijs. Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar worden opgenomen onder de vlottende activa. Uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar worden gedurende de gehele looptijd onder de financiële vaste activa opgenomen.
Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en verliesvoorziening wordt getroffen voor het verschil tussen de boekwaarde en de lagere marktwaarde of wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde. Voor bepaling van de winst wordt vanaf 2017 de voorgeschreven ‘percentage-of-completion’ methode voor het nemen van winsten gehanteerd.
De rente wordt berekend conform de BBV voorschriften en de discontovoet is vastgesteld op 2% (ook conform BBV voorschriften). Administratieve kosten en Interne uren worden doorberekend op basis van werkelijke geschreven uren. Een uitgebreide toelichting over parameters is opgenomen in het niet openbare MPG.
Vorderingen
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van de vorderingen verrekend.
Liquide middelen
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Overlopende activa
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
II. Passiva
Voor zover niet anders vermeld, zijn passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd ter afdekking van:
Verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is in te schatten;
Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten;
Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
De pensioenvoorziening bestuurders is gewaardeerd tegen contante waarde.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, vermindert met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van langer dan één jaar.
Vlottende schulden
De vlottende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Overlopende passiva
De overlopende passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Grondslagen voor resultaatbepaling
Onder baten worden verstaan de baten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Verwachte baten zijn voorzichtigheidshalve niet als baten verantwoord. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de goederen zijn geleverd c.q. de diensten zijn verricht. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De afschrijvingen geschieden tijdsevenredig op basis van de verwachte economische levensduur. Op aanschaffingen in het verslagjaar wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar op basis van de door de raad vastgesteld afschrijvingsmethoden/afschrijvingstermijnen.