Dekkingsplan

VERANTWOORDING FINANCIELE KEUZES EN DEKKING

In de Perspectiefnota 2022-2025 is uw raad een schets gegeven van de financiële ontwikkeling voor de komende jaren. Deze doorkijk leerde dat sprake is van veel onzekerheden, omdat we als gemeente in hoge mate afhankelijk zijn van rijksbeleid en -inkomsten (m.n. huishoudelijke ondersteuning en jeugd). Doordat het nieuwe kabinet op zich laat wachten, hadden we in de perspectiefnota diverse zgn. ‘p.m.-posten’ opgenomen. Met name de onzekerheid aan de inkomstenkant, vertroebelde het beeld van onze structureel vrije beleidsruimte en daarmee de mate waarop het verantwoord is om eigen beleidswensen in te vullen met langlopende verplichtingen (o.a. Hof van Cramer en IHP). Inmiddels zijn er enkele voortschrijdende inzichten.

Uw raad heeft ons zijn bevindingen en wensen meegegeven en ons verzocht om ten behoeve van de programmabegroting een aantal scenario’s uit te werken.

Onze lopende financiële verplichtingen zijn gebaseerd op wettelijke taken en lokale ambities. Om te kunnen beoordelen of deze financiële verplichtingen in de pas lopen met een gemeente van onze omvang en de lokale vraagstukken die er spelen, hebben we bureau Berenschot gevraagd om een (verdiepende) benchmark uit te voeren op onze financiën. De uitkomst hiervan wordt in oktober verwacht, wanneer wij onze conceptbegroting al in procedure hebben gebracht.

Onderstaand een nadere en geactualiseerde uitwerking van hetgeen bekend is, als vertrekpunten (basis) voor de gevraagde scenario’s en onze uiteindelijke financiële koers in de Programmabegroting 2022-2025.

Vertrekpunten

  • ‘P.m.-posten’ ingevuld. Alle ‘p.m.-posten’ in de perspectiefnota zijn financieel vertaald naar de laatste inzichten[1]. Hierdoor ontstaat financieel een volledig beeld. Dit geldt ook voor de kosten huishoudelijke ondersteuning na 2023. Op 5 juli jl. heeft uw raad besloten de meerkosten voor 2022 (€485.000,-) en 2023 (€690.000,-) ten laste van de algemene reserve te brengen. Dit vanuit de veronderstelling dat het rijk na 2023 gemeenten meer speelruimte biedt (financieel of regelruimte). Omwille van het volledige financiële beeld zijn ook de meerkosten 2024 en 2025 ingeschat zonder tegemoetkoming van het rijk (dus ingeval gemeenten het zelf moeten oplossen). Bij deze inschatting is enerzijds rekening gehouden met oplopende kosten door prijsstijging en vergrijzing en anderzijds opbrengsten door aanpassing van beleid (inzet huishoudcoach en 12 weken termijn). Uw raad heeft nog niet de keuze gemaakt om de cao-schoonmaak door te voeren in plaats van de cao-VVT in de jaren 2022 en 2023. Mocht dit in 2024 wel uitgevoerd worden dan zijn de uitgaven €150.000,- lager.

 

Een en ander geeft het volgende beeld:

Invulling PM-posten Perspectiefnota

2022

2023

2024

2025

IHP

 

-€200.000

-€300.000

-€400.000

Hof van Cramer

 

-€250.000

-€250.000

-€250.000

Communicatie/ARBO

-€138.000

-€138.000

-€138.000

-€138.000

Huishoudelijk ondersteuning

(-€485.000)

(-€690.000)

-€832.000

-€824.000

 

  • Effect Meicirculaire. Zoals gebruikelijk was in de perspectiefnota nog geen rekening gehouden met de Meicirculaire, terwijl die in de programmabegroting wel wordt meegenomen. Dit keer valt de Meicirculaire in hoofdlijnen uiteen in: effect op algemene uitkering en effect op Jeugd (zie mutaties Jeugd). Volgens de Meicirculaire daalt de komende jaren de algemene uitkering. Daarbij is ook duidelijk geworden dat er geen aanvullende coronacompensatie komt voor extra bijstandskosten. Vorig jaar leefde de veronderstelling dat alle corona-gerelateerde kosten gecompenseerd zouden worden; zo ook de extra bijstandskosten. Nu de gebruikelijke T-2 systematiek geldt, moet dit budgettair (t/m 2024) in de jaarlijkse exploitatie gecorrigeerd worden, dan wel uit de algemene reserve worden gedekt (zie ook memo ARI 2021-79). Aldus ontstaat het volgende beeld:

Effect Meicirculaire

2022

2023

2024

2025

Effect algemene uitkering

€84.000

-€37.000

-€164.000

-€226.000

Niet toegekende coronakosten bijstand

-€206.000

-€206.000

-€206.000

€0

Totaal 

-€122.000

-€243.000

-€370.000

-€226.000

 

  • Mutaties Jeugd. In de Meicirculaire is ook het effect van het zgn. woonplaatsbeginsel verwerkt. Tot 2022 krijgen wij de rijksvergoeding voor de jongeren die in jeugdzorginstellingen binnen onze gemeente zorg krijgen (voogdij 18+), ongeacht de woonplaats van die jongere. Vanaf 2022 gaat deze rijksvergoeding niet langer naar de opvanggemeente, maar naar de gemeente waar de jongere woonachtig is. Heerde krijgt dan enkel de rijksvergoeding voor de eigen Heerder jongeren. In hoeverre deze systeemwijziging geheel budgettair neutraal is of dat er sprake is van meer of minder uitgaven, is nog niet bekend en zal per gemeente verschillend uitpakken. Daarom heeft het rijk bij voorbaat een (tijdelijke) compensatieregeling getroffen om frictiekosten boven een jaarlijkse drempel (€200.000,- eigen risico) te vergoeden. Aldus is sprake van een onzekerheid van €200.000,- per jaar.

Verder is er –op aangeven van de zgn. arbitragecommissie- de landelijke afspraak gemaakt dat het rijk voor 2022 gemeenten gaat compenseren voor de tekorten op jeugd. Daarbij is ook overeenstemming bereikt dat gemeenten ten behoeve van de meerjarenbegroting t/m 2025 een stelpost mogen opnemen van 75% van de becijferde compensatie van dat jaar. In de Septembercirculaire zullen deze extra gelden worden verwerkt.  Behalve deze positieve handreiking kent deze compensatieregeling thans nog diverse onzekerheden:

    • Alleen het bedrag 2022 is zeker. De afspraken over (structurele) compensatie vanaf 2023 worden overgelaten aan het nieuwe kabinet (omvang en duur).
    • Aan deze compensatieregeling is een hervormingsagenda gekoppeld: acties die gemeenten (of de regio’s) moeten uitvoeren om de kosten jeugd op termijn blijvend naar beneden te brengen. Deze hervormingsagenda is er nog niet! En daarmee zijn de kosten voortkomend uit deze agenda (die uit deze compensatiegelden betaald moeten worden) vooralsnog ongewis.
    • Door de coronapandemie en de impact op jongeren blijken de kosten voor jeugdhulp fors op te lopen. Door de lockdown kon minder preventief (tijdig) hulp worden geboden met als effect dat nu sprake is van trajecten die duurder en langer zijn. Deze hogere kosten moeten gemeenten dekken uit de compensatiegelden. Ook deze ontwikkeling maakt het dus onzeker in hoeverre de extra compensatiegelden ingezet kunnen worden als algemeen dekkingsmiddel.

Mutaties Jeugd

2022

2023

2024

2025

Korting voogdij18+ meicirculaire

-€1.300.000

-€1.300.000

-€1.300.000

-€1.300.000

Extra gelden jeugd arbitragecommissie

€1.200.000

€991.000

€931.000

€858.000

 

  • ICT-kosten. In de Kadernota 2022 van de BVO zijn extra kosten opgenomen voor extra licenties Microsoft en de uitrol van MS Teams voor raadsleden. Deze meerkosten zijn vertaald en meegenomen in onze Perspectiefnota 2022. Ondertussen worden ook de voorbereidingen getroffen voor het beschikbaar stellen van MS Teams voor alle gemeentelijke medewerkers. Recent is duidelijk geworden dat deze noodzakelijke conversie leidt tot extra kosten vanwege de upgrade van onze telefooncentrale en een upgrade van het beveiligingsniveau. Deze meerkosten waren uw raad nog niet eerder voorgelegd, maar zijn onvermijdelijk en daarom financieel vertaald in onderhavige programmabegroting.
  • BTW-afvalverwerking. In het raadsvoorstel verordening afvalstofheffing bent u geïnformeerd dat in de tariefstelling van de afvalstofheffing rekening is gehouden met een BTW-component die in aanmerking komt voor compensatie uit het BTW-compensatiefonds. Dit structureel voordelig effect van €28.445,- is nog niet eerder verwerkt in de begroting en wordt nu alsnog meegenomen.
  • Administratieve wijzigingen. In het begrotingsproces zijn een aantal administratieve processen geactualiseerd die leiden tot wijzigingen binnen de begroting, zoals het toerekenen van loonkosten naar de verschillende producten en het actualiseren van de kapitaallasten. Per saldo levert dit voor de jaren 2022-2024 een klein voordeel op.
  • Herijking gemeentefonds. Landelijk worden de voorbereidingen getroffen om de verdeling van het gemeentefonds te wijzigen. Ondertussen zijn er al meerdere berekeningsvarianten op tafel gelegd. Doordat deze herijking met zich meebrengt dat er voor- en nadeelgemeenten gaan ontstaan, leidt elke berekening landelijk tot forse discussies. Vooralsnog is Heerde in elke berekeningsvariant een (bescheiden) voordeelgemeente. Echter, aangezien de definitieve uitkomsten nog onzeker zijn, willen wij ons niet op voorhand rijk rekenen.
  • Wensen vanuit gemeenteraad. Tijdens de behandeling van de perspectiefnota hebben meerdere raadsfracties om aandacht en extra inspanning gevraagd met betrekking tot onder meer woningbouw, groenbeheer, participatie en duurzaamheid (klimaatadaptie).
    • Woningbouw: wij hebben toegezegd tijdens een themaraad in het najaar met elkaar de gewenste richting in relatie tot de Woonagenda te verkennen: mogelijkheden tot meer en sneller inbreiden, dan wel uitbreidingslocaties overwegen. Hiervoor zien wij niet direct extra (ambtelijke) kosten anders dan de kosten waarvoor vanwege de woonagenda extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Mocht dit tot extra ambtelijke inspanningen (RO) leiden, dan worden die gedekt door de kostendekkende leges.
    • Groenbeheer. Gepleit is voor een hogere kwaliteit groenbeheer in onze centra en langs toegangswegen. We gaan er van uit, dat met een hoger onderhoudsniveau van onkruid op verhardingen hier aan tegemoet gekomen wordt. Hiervoor wordt een bedrag geraamd van €30.000,- per jaar.
    • Participatie. Anticiperend op het rapport van de rekenkamercommissie, gaan participatietrajecten gepaard met extra ambtelijke inzet en langere doorlooptijden. Ook is capaciteit nodig voor de verdere uitwerking en implementatie van het beleid en begeleiding in de concrete trajecten (o.a. inrichting op digitale platform). Een extra formatieplaats kost ca. €80.000,- structureel per jaar.
    • Duurzaamheid/klimaatadaptatie. Er is zowel landelijk als regionaal sprake van forse ambities, waarbij onzekerheid bestaat over de omvang van de gemoeide kosten en (vooral) wie die moeten betalen. Daarmee is elk bedrag dat hiervoor becijferd wordt op voorhand arbitrair. Jaarlijkse is hiervoor een bedrag van €120.000,- beschikbaar.

Aan de hand van bovenstaande vertrekpunten hebben wij een aantal financiële scenario’s uitgewerkt. Uiteindelijk opteert ons college voor een behoedzaam scenario.

Waarom kiezen wij voor behoedzaamheid?

Gemeenten zijn voor beleid en inkomsten voor een belangrijk deel afhankelijk van het rijk. En daarin zit momenteel de onzekerheid. Zolang er geen nieuw kabinet is, blijft de ontwikkeling van met name huishoudelijke ondersteuning en jeugd onzeker. Daarbij gaat het om onzekerheid over gemeentelijke regelruimte en/of extra financiële middelen. Bovendien gaat dit om forse bedragen: de onzekerheden op huishoudelijke ondersteuning en jeugd bedragen tezamen ca. €1,7 miljoen per jaar. Ook aan de mutaties Jeugd kleven dusdanig veel onzekerheden, dat wij er van uitgaan dat de extra gelden jeugd arbitragecommissie budgettair volledig nodig zijn om de korting voogdij 18+ en de andere genoemde onzekerheden te kunnen opvangen. Daarom nemen we de mutaties Jeugd (voorlopig) neutraal mee.

Deze constateringen vertroebelen ons meerjarenperspectief: waar kunnen we op rekenen? Is er financiële ruimte voor nieuw beleid, en zo ja hoeveel? Hoe moeten we omgaan met onze eigen gemeentelijke ambities?

Deze situatie is voor ons college aanleiding om op dit moment terughoudendheid te betrachten. Dit is ingegeven door onze behoefte om enerzijds de gemeentelijke financiële huishouding gezond te houden, en anderzijds –gelet op de komende gemeenteraadsverkiezingen- bestuurlijk niet over ons spreekwoordelijke graf heen te regeren.

Uitgangspunt in ons collegeprogramma is het voeren van een verantwoord financieel beleid. Dit laatste wordt complex zolang we met grote onzekerheden opgezadeld zitten. Daar komt nog eens bij dat merendeel van onze beleidswensen gepaard gaan met langlopende verplichtingen (bijv. IHP en Hof van Cramer kennen doorlooptijd van tenminste 50 jaar). Toekenning van dergelijke beleidswensen betekent onomkeerbaarheid: er is geen weg terug; we zitten tenminste 50 jaar aan de gemoeide lasten vast. Pas als aan de onzekerheden tegemoet wordt gekomen, ontstaat er budgettaire ruimte om de langlopende verplichtingen van eigen gemeentelijke ambities te bekostigen. Tot die tijd zette we de ‘tering naar de nering’ en gaan eigen ambities tijdelijk in de koelkast (uitstel, geen afstel). Dit geldt voor zowel de vanuit de raad geuite wensen, als die vanuit ons college: IHP, Hof van Cramer en communicatievisie/ARBO. In feite volgt dit scenario de behoedzame lijn van ons college in de perspectiefnota.

Tweede argument voor een terughoudend financieel beleid vormen de komende gemeenteraadsverkiezingen. Wij willen voorkomen dat het nieuwe college en de nieuwe raad op voorhand worden opgezadeld met een forse bezuinigingsopgaaf aan het begin van hun bestuursperiode. Wij herinneren ons in deze de situatie van 2018. Door nu de jaarlijkse financiële speelruimte niet in te vullen, krijgt het nieuwe college en raad volgend jaar de tijd om de landelijke ontwikkelingen af te wachten, ruimte om vervolgens naar bevind te handelen en zelf haar/zijn keuzes te maken.

 

Wat is de betekenis voor onze inwoners?

Door nu geen onnodige financiële risico’s te lopen, worden onze inwoners niet geconfronteerd met een sterke lastenverzwaring en/of forse nieuwe bezuinigingen. Alleen wanneer het nieuwe kabinet gemeenten op geen enkele wijze tegemoet komt, zullen nieuwe ingrepen vanaf 2024 onvermijdbaar zijn. Dit ligt evenwel niet in de rede, omdat dan alle Nederlandse gemeenten in een onhoudbare financiële situatie terecht komen.

Daartegenover staat dat onze terughoudendheid ook betekent dat belangrijke voorgenomen investeringen in samenleving vooralsnog ‘on hold’ worden gezet. Denk aan het IHP en de Hof van Cramer. Dit tijdelijke uitstel zal leiden tot teleurstelling en pijn in onze samenleving. Want hoewel het formele ‘go/no go’ voor deze beleidswensen nog door uw raad genomen moet worden, is de beeldvorming in de samenleving anders. Dit verlangt een zorgvuldige en heldere uitleg.

 

Doen wij dan helemaal niets?

Uit bovenstaande blijkt dat wij terughoudend zijn met beleidswensen die een fors structureel beslag zouden leggen op onze financiële vrije ruimte. Zeker nu onduidelijk is in hoeverre de benodigde vrije ruimte er überhaupt is. Deze wensen willen wij uitstellen totdat er meer duidelijk komt.

 

Toch heeft ons college zich niet enkel willen beperken tot behoedzaamheid. Zo hebben we de grenzen van het financieel toelaatbare opgezocht om alsnog de gewenste inhoudelijke impulsen aan onze samenleving te geven. In de Perspectiefnota 2022-2025 hebben wij al aangegeven voor welke gevallen dit ons inziens aan de orde en daarmee verantwoord is:

  1. Beleidswensen met een incidenteel karakter
  2. Structurele beleidswensen van financieel geringe omvang
  3. Eventuele gemeentelijke investeringsbijdragen

 

Ad. 1. Incidentele beleidswensen

Het betreffen beleidswensen die budgettair ten laste van de vrije ruimte in de Voorjaarsnota 2021 zijn gebracht. Het gaat om een eenmalig totaalbedrag van €145.000,- en betreft de wensen:

    • Thema 75+1 jaar bevrijding
    • Tweejarige bijdrage aan project Toekomstbestendige bedrijventerreinen
    • Noodzakelijke onderhoud Villa Jacoba (in afwachting van te voeren bestuurlijke discussie over toekomst pand).
    • Uitvoering arbobeleid.

 

Ad. 2. Geringe structurele beleidswensen

Het gaat hier om nieuwe beleidsinitiatieven, gering in financiële omvang, waarvoor wij uitgaan dat binnen de bestaande begroting dekking wordt gevonden (‘oud-voor-nieuw’), te weten:

    • Uitbreiding AED’s
    • Project rookvrije generatie
    • Extra bijdrage aan Veilig Thuis

 

Ad. 3. Eventuele gemeentelijke investeringsbijdragen

Tenslotte heeft ons college de bereidheid om financieel bij te dragen in bepaalde investeringen. Bedoeld worden eventuele gemeentelijke investeringsbijdragen aan bepaalde politiek-bestuurlijke ambities. Deze bijdragen hebben ook een incidenteel karakter en vergen telkens afzonderlijke besluitvorming (door uw raad) op basis van separate voorstellen.

Het gaat dan om ambities die veelal onmiddellijk voortvloeien uit het huidige collegeprogramma, te weten:

  • Centrumontwikkeling Heerde
  • Top Renderklippen
  • Herstel samenleving na corona

Het gaat hierbij om een intentie. Tot concrete besluiten is het nog niet gekomen.

 

Bovenstaande leidt tot het navolgende meerjarenperspectief.

 

2022

2023

2024

2025

Saldo perspectiefnota

€549.732

€273.641

€448.951

€241.123

 

     

 

Autonome ontwikkelingen

     

 

Effect Meicirculaire

-€122.000

-€243.000

-€370.000

-€226.000

Overige kleine adm. wijzigingen

€23.914

€23.127

€15.066

 

BTW voordeel afvalverwerking

€28.445

€28.445

€28.445

€28.445

Vastgestelde begroting BVO H2O (ICT)

-€39.600

-€40.234

-€40.878

-€34.936

Saldo Meerjarenbegroting

€440.491

€41.979

€81.584

€8.632

 

     

 

Toekomstige autonome ontwikkelingen

     

 

Meerkosten huishoudelijk ondersteuning

€0

€0

-€832.000

-€824.000

Effect mutaties Jeugd

€0

€0

€0

€0

Herijking gemeentefonds Jeugd

€0

€0

€0

€0

Herijking gemeentefonds Overig

€0

€0

€0

€0

Totaal beschikbaar voor nieuw beleid

€440.491

€41.979

-€750.416

-€815.368

 

     

 

Nieuwe beleidswensen

     

 

IHP

€0

€0

€0

€0

Hof van Cramer

€0

€0

€0

€0

Communicatie/participatie/ARBO

€0

€0

€0

€0

Woningbouw

€0

€0

€0

€0

Groenbeheer

€0

€0

€0

€0

Duurzaamheid/klimaatadaptatie

€0

€0

€0

€0

Participatie

€0

€0

€0

€0

Nieuw saldo

€440.491

€41.979

-€750.416

-€815.368

 

 

 

 

 

 

 



[1] Sprake van raming; definitieve kosten kunnen afwijken.