Verantwoording financiële keuzes en dekking
In de Perspectiefnota 2024-2027 is als uitgangspunt gekozen om geen onomkeerbare bezuinigingen door te voeren die de gemeenschapsvoorzieningen zouden raken. Consequentie hiervan is dat de begrotingsjaren 2026 en 2027 niet sluitend zijn. Ook de Meicirculaire 2023 gaf hiervoor maar deels (financiële) verlichting. Er is wel gedeeltelijk compensatie ontvangen voor de prijsindexatie maar niet voor het herverdeeleffect, de jeugdgelden en de opschalingskorting. Aangezien veel gemeenten kampen met dezelfde problematiek -gemeenten krijgen structureel 3 miljard minder om de taken uit te voeren- is er door de VNG de resolutie 'Naar een rechtvaardig en solide meerjarig financieel perspectief' aangenomen. Deze resolutie roept het volgende op:
- Herstel het acres vanaf 2026 en niet pas vanaf 2027;
- Schrap de opschalingskorting definitief;
- Zorg voor een toereikende en stabiele indexering van het gemeentefonds om loon-, prijs-, en volumeontwikkelingen op te kunnen vangen, incl. de stijging van de zorgvraag.
Daarnaast is er een VNG-begrotingsadvies aan de gemeenten verstrekt die het volgende inhoudt:
- Maak een sluitende begroting over de jaren 2024 en 2025;
- Maak voor de jaren 2026 e.v. een reële begroting op basis van het huidige takenpakket en de noodzakelijke investeringen, waarbij een eventueel tekort dat ontstaat duidelijk zichtbaar is.
In deze programmabegroting is de koers die de raad bepaald heeft en die in lijn is met het advies van de VNG, financieel vertaald. Gelet op het feit dat het Rijk heeft aangegeven dat het herverdeeleffect niet meer wordt gecompenseerd heeft de organisatie de opdracht gekregen om deze korting op te vangen. Vanaf 2024 zijn hiervoor al structureel €200.000,- bezuinigingen doorgevoerd in deze meerjarenbegroting. Het streven is om vanaf 2026 structureel het herverdeeleffect, in totaal €700.000,-, als bezuiniging te realiseren in de begroting.
Uitdagingen
De komende jaren staan ons grote uitdagingen te wachten. Voorbeelden zijn de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, de crisis op de woningmarkt, de voedselcrisis en de klimaatcrisis. Deze onderwerpen hebben forse impact op onze samenleving en raken iedereen: ondernemers, inwoners, instellingen en publieke sector. Ondanks dat het Rijk maatregelen treft om het leed te verzachten, zal van volledige compensatie geen sprake zijn en zullen wij als gemeente geconfronteerd worden met meerkosten als gevolg van deze crisissen. In de begroting hebben we zo veel als mogelijk rekening proberen te houden met deze uitdagingen en hebben we hier zo goed als mogelijk op in gespeeld door het uitgangspunt 'realistisch ramen' te hanteren.
Financiële vertaling uitvoeringsprogramma
Het coalitieakkoord is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma (per ambitie het maatschappelijk effect, inspanningen en resultaten). De financiële vertaling van het programma is voor de betreffende jaren in de programmabegroting opgenomen. In 2023 is reeds een groot deel van het voor dat jaar beschikbaar gestelde budget ingezet. Het voorstel is om het restantbedrag ad. €268.500,- naar 2024 over te hevelen zodat deze gelden op een later moment alsnog kunnen worden ingezet. Er is op dit moment nog geen financiële ruimte om het ingezet beleid voortvloeiend uit het uitvoeringsprogramma structureel in de begroting op te nemen.
In onderstaande tabel zijn de (resterende) budgetten per programma weergegeven.
Meerjarenperspectief 2024-2027
In onderstaand overzicht is het meerjarenperspectief voor de komen jaren weergegeven. Voor de jaren 2024 en 2025 kan een sluitende begroting worden gepresenteerd met positieve saldi van €107.089,- respectievelijk €909.757,-. De jaren daaropvolgend zijn, als gevolg van de kortingen op het gemeentefonds, (zwaar) negatief met saldi van €838.477,- voor het jaar 2026 oplopend tot €1.675.133,- voor 2027.
In de tabel zijn eveneens de mutaties opgenomen die nog niet bekend waren ten tijde van het opstellen van de perspectiefnota. De aanpassingen die voortvloeien vanuit de meicirculaire springen hierbij het meest in het oog. Daarnaast is de loonstaat geactualiseerd en verhoogd op basis van de recentste Cao-afspraken. Opnieuw is het nodig gebleken om de informatiseringskosten te verhogen. De stijging van de softwarekosten en meerkosten als gevolg van toegenomen beveiligingsmaatregelen zijn de belangrijkste oorzaken van deze stijging.
In dit overzicht is eveneens de structurele bezuiniging verwerkt waarmee de korting van het herverdelingseffect (op termijn) wordt gecompenseerd. Tevens is het financieel effect doorgerekend van het gewijzigde beleid betreffende de huishoudelijke ondersteuning (AVSL).
(Bedragen met een '-' teken zijn voordelen, zonder teken zijn nadelen).