Wat gaan we nog doen?
Voor u ligt de Programmabegroting 2026–2029.
Ons streven was om de jaren 2026 en 2027 een positief resultaat te kunnen presenteren. Dat is gelukt. Voor de daaropvolgende jaren 2028 en 2029 zien we echter rode cijfers. Dit heeft vooral te maken met de effecten van het nieuwe verdeelstelsel van het gemeentefonds, waarin onze gemeente helaas als zogenoemde nadeelgemeente wordt aangemerkt. Het gaat hierbij om een structureel nadeel dat oploopt van circa €285.000,- in 2027 tot ongeveer €800.000,- in 2029.
Daarnaast is het zogenoemde “ravijnjaar” doorgeschoven naar 2028. Dit hangt samen met landelijke bezuinigingen die door het Rijk zijn ingeboekt, maar waarvan het niet realistisch is om te veronderstellen dat ze daadwerkelijk haalbaar zijn. De financiële gevolgen daarvan werken door in onze begroting voor 2028 en 2029 (jaarlijks zo'n €300.000,-).
We realiseren ons dat er nog veel onzekerheden zijn. Denk aan de landelijke verkiezingen en de komst van een nieuw kabinet, de uitkomsten van de commissie Van Ark in 2027 over de kosten en vergoedingen in de jeugdzorg, en andere landelijke ontwikkelingen. Al deze factoren kunnen ons financiële perspectief de komende jaren beïnvloeden.
Voor ons als college staat één ding voorop: geen paniek voor de jaren na 2027, maar wel de vinger strak aan de pols. In het najaar van 2026 komen wij opnieuw bij u terug met een bijgewerkte analyse van de meerjarenraming. Mochten er dan geen positieve ontwikkelingen zijn, dan zullen we als gemeente moeilijke keuzes moeten maken en stevig moeten ombuigen.
Tot slot wil ik onze ambtelijke organisatie danken voor hun inzet en deskundigheid. Dankzij hun werk liggen de cijfers helder voor ons, zodat raad en college in staat zijn om de juiste politieke keuzes te maken.
Namens het college,
Klaas Harink
Wethouder