Visie en koers college
Visie en koers college
Terug naar navigatie - Visie en koers collegeInmiddels is de Voorjaarsnota 2025 door het Rijk opgesteld. De uitkomst hiervan is dat de gemeenten voor de jaren 2026 en 2027 worden gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen en voor de gestegen kosten in de Jeugdzorg en Wmo. Voor 2028 en verder moeten hiervoor nog afspraken worden gemaakt; de gesprekken vinden in deze periode plaats. Concreet betekent dat het zgn. Ravijnjaar is opgeschoven naar 2028. Verwacht mag worden dat het Rijk met een vorm van compensatie gaat komen echter de omvang ervan is nog onbekend. Daarnaast is nagenoeg zeker dat de 2e tranche van het herverdeeleffect van het Gemeentefonds met ingang van 2027 gefaseerd wordt ingevoerd. Dit betekent voor dat jaar een nadeel van €285.000,- oplopend tot een structurele korting van €845.000,- vanaf 2029. Er loopt nog een onderzoek naar de juistheid van twee parameters. De verwachting is dat het effect hiervan voor de gemeente Heerde zeer gering is. Daarom is er voor gekozen om bovengenoemde bedragen in deze voorjaarsnota/perspectiefnota te verwerken.
In onderstaand schema zijn bovengenoemde ontwikkelingen verwerkt in het voorlopig meerjarenperspectief (bedragen * 1.000).
De organisatie heeft de opdracht gekregen om alle budgetten te actualiseren op basis van het principe 'realistisch ramen'. Daarbij is op voorhand meegegeven dat bijstellingen kunnen worden tegengehouden indien er geen zwaarwegende redenen (onontkoombaar/onuitstelbaar/opdrachtverlening) zijn om deze toe te kennen. Bij de najaarsnota kan dan, indien nodig, een nieuwe afweging worden gemaakt.
Net als in voorgaande jaren is er voor gekozen om de budgetbijstellingen onder te verdelen in de volgende vier categorieën:
1. Onvermijdbare en niet beïnvloedbare meerkosten (veelal kosten van Gemeenschappelijke Regelingen);
2. Meerkosten met 'eigen' dekking (bijv. subsidies/reserveringen);
3. Realistische meerkosten;
4. Meerkosten met karakter 'nieuw beleid' of 'wensen' (overige claims);
In onderstaand schema zijn deze budgetbijstellingen verwerkt in een uiteindelijk meerjarenperspectief.
Verantwoording keuzes en prioriteiten perspectiefnota
Wanneer alle wensen van alle categorieën worden ingewilligd dan resulteert dat in een niet sluitende begroting voor alle jaarschijven. Er zullen dus keuzes moeten worden gemaakt. Bovenvermelde budgetwijzigingen in de categorieën 1 t/m 3 zijn realistisch en kunnen bij ongewijzigd beleid niet (naar beneden) worden bijgesteld. Dit betekent dat categorie 4 resteert voor het maken van budgetkeuzes. Bij een aantal van deze bijstellingen liggen echter college- en raadsbesluiten aan ten grondslag. Deze zijn niet nader toegelicht. Een ander deel van deze categorie is het gevolg van het ingezette beleid vanuit het collegeprogramma. Tenslotte is er een subcategorie waar geen besluiten of afspraken aan ten grondslag liggen. Deze 3 subcategorieën zijn hieronder uitgewerkt.
Categorie 4a mutaties met college- en raadsbesluiten
Categorie 4b ingezet beleid vanuit collegeprogramma
Dorpscontactpersoon
De dorpscontactpersoon is het eerste aanspreekpunt voor dorpen en buurtschappen in onze gemeente. Daarnaast vergemakkelijkt deze functionaris het contact voor inwoners en initiatiefnemers die plannen, ideeën, zorgen of wensen hebben met de gemeente. De functie is voor een kortere periode ingevuld en heeft de meerwaarde bewezen.
Ouderenwerker
In Heerde is 24,4% van de inwoners 65 jaar of ouder, landelijk is dit 20%. Relatief veel ouderen met ondersteuningsvragen rondom langer thuis wonen en eenzaamheid. Bij wegvallen van de ouderenwerker bij Stip kan niet meer worden ingezet op interventies rondom eenzaamheid van ouderen; wordt niet meer ingezet op signaleren, netwerken en verbinden van inwoners en organisaties; kan geen uitvoering worden gegeven aan Welzijn op Recept. Continuering van de functie is noodzakelijk om te blijven werken aan thema’s als langer thuis wonen, vergrijzing, welzijn en mentale gezondheid van ouderen.
Opbouwwerker
Met het structureel beschikbare budget kan 0,7 fte opbouwwerk worden ingezet. Dit is onvoldoende om gericht in te zetten op het samenbrengen van inwoners en groepen organisaties om knelpunten aan te pakken in hun woon- en leefomgeving. Dit is risicovol omdat het ter voorkoming van zorgkosten belangrijk is om inwoners zelf actief te laten deelnemen en bij te dragen aan een sterkere sociale basis. Opbouwwerk heeft hierin een belangrijke rol en opgave.
Buurtsportcoach
Met minder structurele inzet van buurtsportcoaches kan een aanzienlijk deel (van 3 naar 2 fte) van de werkzaamheden niet worden gecontinueerd. Buurtsportcoaches hebben een belangrijke rol in preventie waarmee de kans op zwaardere en duurdere zorg afneemt. Minder formatie betekent minder inzet op kwalitatief goed bewegingsonderwijs en gezonde leefstijl, minder buitenschools sportaanbod voor jeugd, minder mogelijkheden om kwetsbare inwoners in beweging te brengen, minder aandacht voor aangepast en inclusief sporten en ook kan niet/minder worden ingezet op het ondersteunen van verenigingen.
Cultuurcoach
Niet structureel doorzetten van deze extra formatie betekent minder inzet op het verbinden van de behoefte aan cultuureducatie vanuit onderwijs met het aanbod vanuit culturele instellingen en verenigingen. Minder evenementen voor kinderen, minder ondersteuning van scholen bij het opstellen van hun cultuurbeleid en -programma en minder deskundigheidsbevordering van leerkrachten.
Categorie 4c overige bijstellingen
Versterking aanpak Ondermijning
Aansluitend op de eindrapportage 'aanpak Ondermijning' worden extra middelen gevraagd voor de structurele inbedding van Bibob-toetsingen, de aanstelling van een aandachtsfunctionaris mensenhandel en gerichte inzet voor ondermijningssignalen. De geschatte kosten hiervoor bedragen €39.000,- per jaar.
Verkiezingsborden
Vernieuwing van de verkiezingsborden is noodzakelijk. De hiermee gepaard gaande kosten zijn structureel van aard. Uitgangspunt is te gaan voor borden die zoveel als mogelijk bestand zijn tegen vandalisme. Uitvoeringskosten worden waar mogelijk gespaard.
Cofinanciering regiodeal agrarische sector
Vanuit het Rijk en provincie is budget ontvangen voor de inzet als gevolg van de beëindigingsregelingen voor agrarische bedrijven (Vitaal Landelijk Gebied). Voor de komende jaren wordt dit geld gedeeltelijk gefaseerd ingezet.
Integraal beleidsplan openbare ruimte (IBOR)
Voor het opstellen ven een integraal beleidsplan openbare ruimte (IBOR) wordt voor 2025 €20.000,- en voor 2026 €30.000,- gevraagd; dit naar aanleiding van motie 2024-29.
Onderhoudsplan openbare ruimte (realisatie IBOR)
Voor het verhogen van het onderhoudsniveau naar CROW-beeldkwaliteit A in de dorpskernen is een doorrekening gemaakt. De structurele meerkosten hiervoor bedragen €180.000,- per jaar.
STIP werkwijze verklarende analyse
Dit budget is nodig om het team Jeugd bij Stip te laten werken volgens de verklarende analyse. Dit is een verplichting uit de landelijke hervormingsagenda Jeugd. De verwachting dat de verklarende analyse voor meervoudige en complexe casussen leidt tot meer effectieve inzet van jeugdhulp en op termijn zal zorgen voor lagere zorgkosten.
Cofinanciering jongerenwerker De Noordgouw
We willen de positieve leefomgeving voor onze jongeren stimuleren en versterken. Op dit moment wordt dit gecofinancierd vanuit incidentele SPUK-middelen. De inzet van deze jongerenwerker stimuleert een veilige en sociale leef- en schoolomgeving voor onze jeugd en bevordert de samenwerking tussen onderwijs, Stip, politie, gemeente Heerde en omliggende gemeenten.
Tot slot
Gelet op bovenstaande is onze koers om ons voor de komende begroting uitsluitend te richten op het financieel sluitend maken van de jaren 2026 en 2027. In dat geval is er gedurende deze jaren zelfs ruimte voor nieuwe beleidswensen. Die zijn opgenomen en gerubriceerd onder categorie 4 (voor specificatie van de subcategorieën 4a, 4b en 4c: zie hoofdstuk Verantwoording keuzes en prioriteiten Perspectiefnota). Het is aan uw raad te bepalen in welke mate u de beschikbare (tijdelijke) ruimte wil besteden en waaraan. De ruimte is evenwel te beperkt om alle nieuwe beleidswensen toe te kennen; dit vraagt om keuzes maken.
Wij stellen voor deze keuzes niet nu bij deze voorjaarsnota/perspectiefnota te maken, maar in het najaar bij de vaststelling van de programmabegroting 2026. Immers, er komen nog diverse doorrekeningen, waaronder de Meicirculaire 2025, waardoor de cijfers voor de begroting nog gaan wijzigen. Hierdoor is de kans groot dat wanneer er nu keuzes worden gemaakt, er bij de programmabegroting nogmaals naar de cijfers moet worden gekeken. Dit is niet efficiënt en belemmert een integrale afweging.
Wel nodigen wij uw raad uit om in uw algemene beschouwingen in juli a.s. (behandeling Perspectiefnota) uw opvatting over het wel of niet besteden van deze tijdelijke vrije ruimte aan ons mee te geven, alsook uw voorkeuren en denkrichtingen v.w.b. de invulling. De komende maanden kunnen dan worden gebruikt om deze voorkeuren verder uit te werken en om het meerjarenperspectief te voltooien. Bij de behandeling van de programmabegroting kan dan de definitieve besluitvorming hierover plaatsvinden.