Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen
De paragraaf lokale heffingen geeft informatie over het heffingenbeleid, de geschatte inkomsten, de hoogte van de heffingen, de lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid.

Beleid
Wat wilden we bereiken?
Bij het bepalen van de tarieven voor gemeentelijke belastingen hanteren we de volgende uitgangspunten:
•    In principe worden de gemeentelijke belastingen jaarlijks met niet meer dan het inflatiepercentage verhoogd.
•    Voor producten en diensten hanteren we zoveel mogelijk kostendekkende tarieven.

Hieronder staat in het kort hoe we omgaan met deze uitgangspunten in het kader van de Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) voorschriften.
Op grond van de gegevens uit de Meicirculaire 2023 is het indexpercentage bepaald op 3,1%. 
De tarieven voor onroerendezaakbelastingen, begraafplaatsrechten, leges en marktgelden, zijn voor 2024 ten opzichte van de tarieven voor 2023 met het indexpercentage verhoogd. 
De tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn kostendekkend gemaakt, rekening houdend met de (op basis van de BBV) vastgestelde uurlonen en overhead. 
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Met de volgende heffingen betaalt de gemeente specifieke kosten:
•    Afvalstoffenheffing voor het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.
•    Rioolheffing voor het beheer van de gemeentelijke riolering.
•    Leges voor vergunningverlening.
•    Begraafplaatsrechten voor kosten van de gemeentelijke begraafplaatsen.

De inkomsten uit de onroerendezaakbelastingen en toeristenbelasting gebruiken we als algemeen dekkingsmiddel. 

Lokale heffingen
De lokale heffingen zijn een belangrijke inkomstenbron van de gemeente, naast de inkomsten uit het gemeentefonds en de specifieke inkomensoverdrachten van het Rijk. Sommige lokale heffingen zijn een algemeen dekkingsmiddel, zoals de onroerende zaakbelastingen (OZB) en toeristenbelasting. Andere lokale heffingen dekken specifieke kosten, zoals de afvalstoffenheffing, rioolheffing en begraafplaatsrechten. 

Waardering onroerende zaken 
Volgens de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de taxatie van onroerende zaken (gebouwen en grond). De WOZ-waarde is het bedrag dat een object zou kunnen opbrengen op de waardepeildatum. De vastgestelde WOZ-waarden worden via beschikkingen bekendgemaakt. Gemeenten, waterschappen en de rijksbelastingdienst gaan uit van dezelfde WOZ-waarde.

De waarde van woningen en niet-woningen stellen we ieder jaar opnieuw vast. Voor het belastingjaar 2024 is de waardepeildatum 1 januari 2023. Eventuele veranderingen aan een object, door bijvoorbeeld verbouw of aankoop van grond in 2023 zijn in de WOZ-waarde betrokken. In dat geval is het object niet getaxeerd naar de situatie op 1 januari 2023, maar naar de toestand op 1 januari 2024. Dit laatste heet de toestandspeildatum. 
De waarden van woningen op de waardepeildatum 1 januari 2023 zijn gemiddeld met ongeveer 5,7% gestegen ten opzichte van de waardepeildatum 1 januari 2022. Voor de niet-woningen is het percentage 2,4%. 

De Waarderingskamer is een onafhankelijk orgaan dat controleert of gemeenten de Wet WOZ goed uitvoeren. In 2024 heeft de Waarderingskamer een controle interne beheersing uitgevoerd om twee redenen. De 1e reden is dat de inspectie ter plaatse al meer dan 5 jaar gelden uitgevoerd was. De 2e reden is de aanstaande samenwerking met de gemeente Hattem en Oldebroek voor de uitvoering van de Wet WOZ.
Dit onderzoek beoordeelt de tijdigheid van het verzenden van de WOZ-beschikkingen, de voortgang en kwaliteit van de bezwaarafhandeling, de juistheid en actualiteit van de juistheid en volledigheid van de primaire en secundaire objectkenmerken en de borging hiervan voor zowel woningen als niet-woningen, het taxatieproces van woningen en niet-woningen, de synchronisatie met de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) en de aansluiting van de WOZ-administratie op de andere basisregistraties. Uit het onderzoek blijkt dat de uitvoering van de Wet WOZ door de gemeente Oldebroek voldoende is. 
De gemeente ontvangt hiervoor drie sterren op een schaal van 1 tot 5. Dit algemene oordeel is van toepassing op een gemeente die het gehele WOZ-taxaties van goede kwaliteit levert en daarnaast op alle onderdelen van het WOZ-werkproces voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. We hebben ook voldoende maatregelen getroffen voor adequate aansturing en kwaliteitsbeheersing van de werkzaamheden. De Waarderingskamer heeft toestemming gegeven om de WOZ-beschikkingen voor 2024 te versturen. Eind januari 2024 verstuurden we deze aan de belanghebbenden.

In 2024 is een mutatiedetectie voor de BAG en de WOZ uitgevoerd, waarbij via luchtfoto's onder meer vergunningvrije bouw is opgespoord. De mutatiesignalering WOZ omvat een beoordeling van de WOZ-registratie met behulp van de meest recente luchtfoto en de pandenkaart. Daarnaast vindt er een beoordeling plaats op de BAG-geometrie. De signalering bij een integrale aanpak omvat dus zowel enkel BAG, enkel WOZ als BAG-WOZ signaleringen. Het eindresultaat is verwerkt in de BAG en de WOZ-administratie.

Binnen 6 weken na dagtekening kunnen belanghebbenden bezwaar indienen tegen de WOZ-beschikking. Inwoners is gevraagd om contact op te nemen met de gemeente alvorens een bezwaarschrift in te dienen. 

In 2024 is voor 294 objecten een bezwaarschrift tegen de  WOZ-beschikking ontvangen (in 2023: 579). De bezwaarschriften in 2024 betreffen 285 woningen en 9 niet-woningen. Het aantal objecten in bezwaar is in vergelijking met 2023 gedaald met 49%.  Ook landelijk gezien was er sprake van een daling van het aantal bezwaarschriften. 
Er is tegen 3,3%  van de WOZ-objecten bezwaar gemaakt. In 2023 was dit 6,6%. Op 31 december waren alle bezwaarschrift afgehandeld.  Over 2024 zijn tot nu toe 2 beroepschriften ontvangen.
De percentages WOZ-objecten waarvan de waarde na bezwaar is verminderd zijn:
•    Ten opzichte van het aantal objecten waarvoor het bezwaar is afgehandeld: 35,4%  (2023 30,2%)
•    Ten opzichte van het totaal aantal objecten: 1,2% (2023: 2,0%).

No Cure No Pay

In 2024 is voor 167 objecten een bezwaarschrift ingediend door een No Cure No Pay organisatie.  Voor 133 objecten is het bezwaar niet toegekend en voor 34 objecten wel.  

Per 1 januari 2024 is de wet matiging proceskostenvergoeding WOZ van kracht. Dit betekent dat  de vergoeding in de bezwaarfase en beroepsfase wordt beperkt d.m.v. een WOZ factor.  Voor de behandeling van de bezwaar- en beroepschriften 2024 is een bedrag uitbetaald van € 16.870.

Om de maatschappelijk kosten te besparen worden inwoners gevraagd om na ontvangst van de WOZ-beschikking eerst contact op te laten nemen met de gemeente. In 2024 is voor 177 objecten contact opgenomen met de gemeente.

Belastingen
De gecombineerde aanslagbiljetten onroerende zaakbelastingen, het vastrecht voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en onderhoudsrechten begraafplaatsen zijn eind januari 2024 verzonden. De aanslagen afvalstoffenheffing voor de containerledigingen die in 2023 plaatsvonden zijn ook in januari 2024 verstuurd. In geval van vertrek uit de gemeente of bij overlijden, zijn de containerledigingen in 2023 in rekening gebracht. Voor de overige belastingsoorten gelden andere verzenddata. De belastingen zijn opgelegd in overeenstemming met de door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen. 
Bij de opstelling van de begroting 2024 en de verordening onroerende zaakbelastingen zijn de WOZ-waarden zo nauwkeurig mogelijk vastgesteld. Voor een aantal objecten is de waardering daarna nog afgerond.

We heffen marktgeld voor het hebben van een kraam, een verkoopwagen of daaraan gelijk te stellen vervoermiddel en het daarbij innemen van grond voor uitstalling van te verkopen artikelen of eetwaren op gemeentegrond die bestemd is voor de openbare dienst. 
Toeristenbelasting heffen we voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding, door personen die niet zijn ingeschreven in de gemeente Heerde. 

Wat zijn de gerealiseerde opbrengsten uit belastingen? 
De volgende inkomsten zijn in 2024 uit lokale heffingen ontvangen.
Bedragen * €1.000

Lokale heffingen
Belastingsoort Begroting primair Begroting na wijziging Rekening Verschil
Omgevingsvergunningen 385 760 732 28
OZB eigenaren 4.070 4.215 4.306 -91
OZB eigenaren  niet-woning 811 830 698 132
OZB gebruikers 493 493 476 17
Toeristenbelasting 270 270 274 -4
Totaal 6.029 6.568 6.486 82

Minder opbrengst OZB
In 2024 is een beroepschrift ontvangen uit 2023 voor een object waarbij zowel de WOZ-waarde te hoog was als het onjuiste OZB tarief in rekening was gebracht. Op basis van regelgeving had men recht op een correctie van 5 jaar. Hierdoor is de opbrengst lager dan geraamd. 

Wat zijn de gerealiseerde opbrengsten uit rechten? 
Voor het verrichten van diensten en het leveren van producten rekenen we kostendekkende tarieven. In de tarieven van de rioolheffing en de begraafplaatsrechten houden we rekening met kosten van groot onderhoud en vervanging in de toekomst. 
In onderstaande tabel zijn de ontvangen rechten zichtbaar. Bedragen * €1 .000

 

Lokale heffingen
Belastingsoort Begroting primair Begroting na wijziging Rekening Verschil
Afvalstoffenheffing 1.950 1.950 1.906 44
Begraafplaatsrechten 514 514 663 -149
Rioolheffing 1.564 1.564 1.591 -27
Totaal 4.028 4.028 4.160 -132

 

Kostendekkendheid
Bedragen * € 1.000        

 

Kostendekking Afvalstoffenheffing
Berekening Begroting na wijziging Realisatie
Kosten taakveld Afval 1.606 1.580
Kosten taakveld Wegen 27,6 21,9
Kosten KCC - Belastingen 59,6 55,0
Inkomsten taakveldafval excl. heffingen -146 -205
Netto toe te rekenen kosten 1.547 1.452
Kwijtschelding 30,0 36,3
Overhead 41,2 41,2
BTW (investeringen en exploitatielasten) 5,3 5,2
Dotatie reserve Afval ter egalisatie tarief 0,0 41,5
Totale kosten 1.950 1.906
Opbrengst heffingen (incl. oninbaar en vermindering) 1.950 1.906
Dekkingspercentage 100% 100%

Het beleid is om voor de afvalstoffenheffing maximaal 100% kostendekkend te zijn. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt geëgaliseerd door de reserve afval. Begroot was een dotatie aan de reserve afval van € 0,00. In werkelijkheid is de dotatie aan de reserve €41.492,95 geworden. Bovenstaand schema geeft aan dat de kosten en opbrengsten lager uitvallen dan begroot. De opvallendste verschillen, er is meer kwijtschelding verleend en de opbrengst van de inzameling van kunststoffen is hoger dan geraamd. 

Bedragen * € 1.000

 

Kostendekking Rioolheffing
Berekening Begroting na wijziging Realisatie
Kosten taakveld 746,4 909,2
Kapitaallasten 498,7 405,2
inkomsten taakveld Riolering excl. heffingen -9,5 -6,6
Netto toe te rekenen kosten 1.235,6 1.307,8
Overhead 182,2 182,2
BTW (investeringen en exploitatielasten) 190,6 202,6
Onttrekking voorziening -44,1 -101,6
Totale kosten 1.564,3 1.591,0
Opbrengst heffingen (incl. oninbaar en vermindering) 1.564,3 1.591,0
Dekkingspercentage 100% 100%

Het beleid is om voor de rioolheffing maximaal 100% kostendekkend te zijn. Het tekort of overschot wordt verrekend met de voorzienig Riolering. Begroot was een onttrekking aan de voorziening riolering van €44.100. In werkelijkheid is dit onttrekking geworden van €102.000. Het tekort van 2024 is voornamelijk ontstaan uit fors hogere uitgaven voor energie en aan onderhoud drukriolering en de vrijvervalriolen.

Bedragen * €1.000

Kostendekking Begraven
Berekening Begroting na wijziging Realisatie
Kosten taakveld Begraven 615,6 644,4
Netto toe te rekenen kosten 615,6 644,4
Dotatie aan reserve 0,0 19,0
Totale kosten 615,6 663,4
Opbrengst heffingen (incl oninbaar en vermindering) 514,3 663,4
Dekkingspercentage 84% 100%

Dit onderdeel betreft de kostendekkendheid van het ter aarde bestellen.  Voor het jaar 2024 was geraamd dat we €101.000 tekort zouden komen, maar in werkelijkheid was er een overschot van  €19.000. Een afwijking van €120.000. Voor het grootste deel (€136.000) kan dit toegeschreven worden aan een hogere opbrengst aan afkoopsommen onderhoud graven. Het blijkt dat er veel gevallen zijn die besluiten om niet meer jaarlijks het onderhoud te willen betalen, maar dit af willen kopen. Verder zijn de kosten wat hoger uitgevallen door de hogere prijs van brandstofkosten en het delven van graven door een externe partij.

Vergelijkend overzicht van de lokale lastendruk

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) geeft jaarlijks de Atlas van de lokale lasten uit. Deze atlas brengt de belastingen van gemeenten, provincies en waterschappen in kaart. Uit een analyse van de gegevens blijkt dat Heerde in 2024 met de woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning op de 236e plaats staat (waarbij nummer 1 de laagste woonlasten heeft en nummer 352 de hoogste). In 2023 stond Heerde op de 234e plaats. In onderstaande tabel staat een overzicht met deze tarieven en lasten (exclusief waterschapsheffingen). De woonlasten in Heerde liggen €47,00 boven het landelijk gemiddelde. In 2023  lagen deze woonlasten ook €47,00 boven het landelijk gemiddelde. 

 

Woonlasten eigenaar Landelijk Heerde
Laagste Gemiddelde Hoogste
OZB woningen 0,0322% 0,0909% 0,2017% 0,1211%
OZB niet-woningen eigenaar 0,0719% 0,3272% 01,0015% 0,3321%
OZB niet-woningen gebruiker 0,0000% 0,2333% 0,6050% 0,2441%
Afvalstoffenheffing €32 €346 €533 €259
Rioolheffing €102 €225 €530 €180
Woonlasten eigenaar - bewoner €675 €994 €1.988 €1.041

Voor 2024 zijn de gemiddelde woonlasten in de provincie Gelderland voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning berekend op €997,00. In 2023 waren deze gemiddeld  €940,00 en in 2022 waren deze  gemiddeld €916,00.
In onderstaande tabel staan de woonlasten voor 2023 en 2024 van de gemeenten op de Noord-Veluwe voor meerpersoonshuishoudens met een eigen woning. In de gemeente Ermelo zijn de woonlasten het hoogst. De gemeenten Hattem en Heerde volgen op de tweede en derde plaats. In de gemeente Putten zijn de woonlasten het laagst, gevolgd door Nunspeet. In alle gemeenten zijn de woonlasten ten opzichte van 2023 gestegen. In Hattem stegen de woonlasten het meest (met €68,00). In Heerde stegen de woonlasten met €50,00. 

 

Woonlasten 2023 2024
Putten €746 €753
Nunspeet €794 €841
Harderwijk €796 €850
Elburg €864 €918
Oldebroek €878 €893
Heerde €991 €1.041
Hattem €1.070 €1.138
Ermelo €1.143 €1.157

 

In onderstaande tabel staan de woonlasten (afvalstoffenheffing en rioolheffing) in 2024 voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning in de gemeente Heerde, ten opzichte van de landelijke tarieven. De woonlasten voor huurders zijn in  2024 in Heerde €198,00 lager dan het landelijk gemiddelde. In 2023 waren de woonlasten in Heerde €179,00 lager dan het landelijk gemiddelde (€436,00). In de provincie Gelderland zijn de woonlasten voor huurders gemiddeld €406,00. 

 

Woonlasten huurder Landelijk Heerde
Laagste Gemiddelde Hoogste
Woonlasten huurder €32 €457 €835 €259

In onderstaande tabel staan de tarieven OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing voor meerpersoonshuishoudens voor 2024 in de Noord-Veluwse gemeenten.

Belastingsoort Elburg Ermelo Harderwijk Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Putten
OZB woningen 0,0950% 0,1358% 0,0917% 0,1241% 0,1211% 0,0902% 0,1070% 0,0628%
OZB niet-woningen 0,3700% 0,6423% 0,4663% 0,6640% 0,5753% 0,3734% 0,5350% 0,3569%
Afvalstoffenheffing €289 €215 €261 €265 €259 €250 €280 €196
Rioolheffing €226 €220 €156 €251 €180 €143 €158 €204

 

Invordering
Voor de invordering van de gemeentelijke belastingen is de Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen gemeente Heerde van toepassing. Deze Leidraad kwam tot stand in samenwerking met de gemeente Hattem en Oldebroek. Het invorderingsbeleid van deze twee gemeenten is zo maximaal mogelijk op elkaar afgestemd. Hier en daar zijn er vanwege lokale (historische) argumenten nog wat kleine verschillen.

In 2024 verstuurden wij voor de invordering van verschuldigde belastingen 951 herinneringen, 362 aanmaningen en 169 dwangbevelen. Ten opzichte van 2023 is er sprake van een stijging. In 2023 verstuurden wij 763 herinneringen,  349 aanmaningen en 154 dwangbevelen.