Visie en koers college

Op financieel gebied blijven het onzekere tijden voor gemeenten. De aanhoudende oorlog in de Oekraïne, onduidelijkheid omtrent het gemeentefonds en krapte op de arbeidsmarkt maken het lastig om strategische keuzes gekoppeld aan een tijdsplanning te maken. Toch kan de gemeente Heerde niet afwachten; de ontwikkelingen in de maatschappij gaan snel en van de overheid, en dus ook van gemeenten, wordt in veel gevallen een aanjagers-/voortrekkersrol verwacht. Te denken valt hierbij aan de energietransitie, stikstofproblematiek, opvang van vluchtelingen, woningaanbod en verschraling van de jeugdzorg. Ook de invoering van de Omgevingswet, het IHP en het Centrumplan Heerde komen daar nog bij. We moeten dus stappen blijven zetten en dat gaan we zeker doen, alleen wel gecontroleerd.


Uitdagingen vanaf 2026
In vergelijking tot de vorige begroting vertoont het meerjarenperspectief  een gelijk beeld; de jaren 2024 en 2025 zijn (nagenoeg) sluitend, voor de jaren 2026 en 2027 ontstaat er een fors tekort. De oorzaak hiervan is voor een groot deel terug te herleiden naar het Gemeentefonds; deze rijksbijdrage wordt fors lager, enerzijds door de nadelige uitwerking van de herverdeling van het fonds, anderzijds door de toegepaste opschalingskorting en het wegvallen van de arbitragegelden jeugd. Verder zijn de gemeenten nog niet (volledig) gecompenseerd voor de hoge inflatie van het afgelopen jaar; deze hogere lasten zijn al wel in het meerjarenperspectief van deze perspectiefnota opgenomen.   


Herverdelingseffect definitief
Het herverdelingseffect van het Gemeentefonds pakt voor de gemeente Heerde zeer ongunstig uit in een structureel nadeel van €700.000,-.  Deze herverdeling is inmiddels definitief en dit betekent dat er binnen de eigen organisatie gezocht moet worden naar oplossingen om dit tekort (deels) te compenseren. Gelet op de positieve jaarrekeningresultaten van de afgelopen jaren zien wij mogelijkheden om budgetten op onderdelen naar beneden bij te stellen. Ook het omzetten van positieve rekeningsaldi naar investeringsreserves, waar in de boekjaren 2021 en 2022 voor is gekozen, kan bijdragen tot het verlagen van de uitgaven en daarmee het compenseren van dit nadeel. 

Onduidelijkheid  opschalingskorting en arbitrageleden jeugd
In tegenstelling tot de definitieve korting als gevolg van het herverdelingseffect is er nog discussie over de opschalingskorting. Tevens is er nog geen duidelijkheid over de toekenning van de arbitrageleden jeugd. Voor 2026 en 2027 wordt hiervoor nog jaarlijks €600.000,- ontvangen. In de tussentijd wordt er landelijk naar een oplossing gezocht voor de toenemende problemen in de Jeugdzorg en de (financiële) doorwerking ervan naar de gemeenten. Wij vinden het verstandig om de ontwikkelingen omtrent de opschalingskorting en de Jeugdzorg af te wachten en hier nog niet in deze perspectiefnota op te anticiperen.


Huishoudelijke ondersteuning
Gemeenten zijn verplicht om huishoudelijke ondersteuning aan te bieden.  Wij doen dit door middel van een algemene voorziening in combinatie met maatwerk. De kosten voor deze huidige systematiek lopen echter snel op door de vergrijzing van de bevolking én de aanzuigende werking als gevolg van de lage eigen bijdrage. Wij stellen voor om te kiezen voor een andere werkwijze die goed aansluit bij het uitgangspunt om inwoners zoveel mogelijk zelfstandig het huishouden uit te laten voeren (een separaat voorstel aan uw raad is onderweg). Dit houdt in dat er gewerkt gaat worden met een centrale toegang waar wordt bepaald of en zo ja, welke huishoudelijke ondersteuning noodzakelijk is. Ten opzichte van het huidige beleid levert dit een uiteindelijk jaarlijkse besparing op van €480.000,-.


Doorwerking uitvoeringsprogramma college
Voor de nieuwe bestuursperiode is er voor de jaren 2022-2025 een jaarlijkse stelpost (ca.1,0 mln euro) in de begroting opgenomen om de doelstellingen uit het collegeprogramma te kunnen verwezenlijken. Overwogen is om die stelpost (ten dele) structureel te maken. Echter, gelet op het slechte perspectief vanaf 2026 vinden wij dit niet verantwoord. Dit betekent dat wij gehouden zijn deze jaarlijkse stelpost vanaf 2026 te laten vervallen en de uitgaven ten laste van deze middelen  af te bouwen (uitzondering betreft kosten extra indexering bibliotheek; die worden meegenomen onder categorie 3).


Regionale samenwerking
Vanuit de provincie en het rijk komen er steeds meer taken naar de gemeente die dusdanig groot en complex zijn dat deze in regionaal verband moeten worden georganiseerd (denk aan landbouw, stikstof en Regioarrangementen). Tegelijkertijd worden lokale taken opgeschaald naar regionale samenwerking. Deze geregionaliseerde nieuwe taken leggen een druk op onze ambtelijke capaciteit. Dit knelt temeer, daar Heerde deelneemt aan twee strategische regio’s. Wij verkennen momenteel wat nodig is om een volwaardig deelnemer en sparring partner te zijn in deze regionale samenwerking. 


Compensatie indexeringen
Sinds vorig jaar hadden wij een tweede (structurele) stelpost per jaar opgenomen: ‘meerkosten crisissen’; bedoeld om de verwachte prijsstijgingen op te vangen (ruim 1,0 mln per jaar).  In de cijfers van de perspectiefnota is een compensatie opgenomen voor de forse indexeringen die op tal van onderdelen zijn doorgevoerd zoals bijvoorbeeld bij  salarissen, energie, licenties voor hard- en software, onderhoudscontracten, verplichtingen met zorgaanbieders en gemeenschappelijke regelingen en behelzen grofweg jaarlijks €1.500.000,-. Dit is aanmerkelijk hoger dan onze stelpost. Onduidelijk is nog in hoeverre we hiervoor door het rijk worden gecompenseerd, daarom wachten we hiervoor de Meicirculaire 2022 af. Uiteraard krijgt ook dit een vervolg bij de Programmabegroting 2024-2027.


Hoe nu verder?
Samengevat blijkt uit de meerjarenramingen dat -op 2024 na- sprake is van negatieve saldi. Met name de tekorten 2026 en 2027 baren ons college zorgen. Om die tekorten te dempen is het ons voornemen om op voorhand het negatieve effect van de herverdeling gemeentefonds (700.000,-) af te dekken, het financiële voordeel van de beleidswijziging huishoudelijke ondersteuning (ruim 400K) in te boeken en de stelpost Collegeprogramma te laten vervallen. Daarmee zijn de tekorten 2026 en 2027 echter nog niet opgelost. In dat verband wachten wij eerst de uitkomsten van de Meicirculaire af. Ons college gaat er namelijk van uit dat deze Meicirculaire ons gaat helpen. Het lastige is echter dat de Meicirculaire verschijnt als deze nota al bij de gemeenteraad ligt. Wij hopen met een oplegger voor het raadsdebat de effecten van de Meicirculaire aan de gemeenteraad te presenteren. Mocht de Meicirculaire ons onverhoopt niet (voldoende) helpen, dan ontstaat er evenwel in de opmaat naar de Programmabegroting 2024 e.v. een situatie die om nadere afweging vraagt.

Bij de vorige begroting is ervoor gekozen om de laatste jaarschijf 2026 niet dicht te leggen. Op dat moment bestond er nog geen duidelijkheid over het herverdelingseffect en ook de opschalingskorting en de vergoedingen voor het sociaal domein waren nog in nevelen gehuld. We zijn nu een jaar verder en kunnen het ons niet permitteren om af te blijven wachten totdat het rijk met oplossingen komt voor de lange termijn, het jaar 2026 nadert snel. Zoals al eerder gezegd, we moeten verder, voor de burger in het bijzonder en de samenleving in totaliteit. Bovendien is ondertussen het herverdelingseffect gemeentefonds een feit (zie boven). Dit betekent dat we -anders dan vorig jaar- nu willen gaan voor een zoveel mogelijk sluitende meerjarenbegroting. Om dat te bereiken biedt het ophogen van onze inkomsten (OZB) nauwelijks soelaas, zodat enkel het principe ‘de tering naar de nering zetten’ resteert, oftewel een op te starten bezuinigingstraject. In dat geval zijn pijnlijke keuzes onvermijdelijk. Temeer, daar onze lokale voorzieningen dan de dupe worden van een onbetrouwbare rijksoverheid die met onvoldoende middelen over de brug komt. In het debat over deze perspectiefnota willen we met uw raad uitwisselen in welke mate u voor een bezuinigingstraject ruimte of juist opdracht geeft met het oogmerk uw raad in het najaar een sluitende begroting te kunnen aanbieden.