Lasten
De lasten zijn bij het product algemene dekkingsmiddelen € 10.000,- hoger dan geraamd. Hieronder wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste verschillen.
Geldleningen |
€ 5.000 |
Kosten algemene uitkering |
€ 5.000 |
Invorderingkosten O.Z.B. |
-/- € 20.000 |
Totaal |
€10.000 |
531150 Geldleningen < 1 jaar
In 2019 is er opnieuw geld ontvangen als gevolg van de rentevergoedingen (negatieve rente) voor leningen met een korte looptijd (< 1 jaar). Bij de begroting en bijstellingen bij de voor- en najaarsnota was rekening gehouden met een voordeel op deze post van ruim € 107.000,-; de uiteindelijke renteontvangst was nog € 5.000,- hoger.
531300 Algemene uitkering
De kosten voor het het pakket waarmee de algemene uitkering wordt berekend (€5.000,-) zijn betaald door automatisering omdat dit pakket tot de software wordt gerekend. Deze post is bij de begroting 2020 afgeraamd.
531510 O.Z.B. woningen en 531560 O.Z.B. niet woningen
De kosten voor het innen van de O.Z.B. zijn dit jaar €20.000,- hoger doordat er taxatiemodellen voor de O.Z.B.-bepaling naar gebruikersoppervlakte zijn gemaakt door een extern bureau. Tevens zijn er meer hertaxaties uitgevoerd.
Baten
De baten wijken €330.000,- in positieve zin af van de begroting; de belangrijkste afwijkingen zijn hieronder toegelicht.
Doorberekende rentelasten |
-/- €83.000 |
Hogere algemene uitkering |
€375.000 |
Hogere O.Z.B. inkomsten |
€9.000 |
Hogere inkomsten uit Precariobelasting |
€44.000 |
Uitkering deelfondsen |
-/- €13.000 |
Overige afwijkingen (niet toegelicht) |
-/- €2.000
|
Totaal |
€330.000 |
531200 Geldleningen > 1 jaar
De totale werkelijk betaalde rentekosten worden aan de uitgavenkant van dit subproduct geboekt en zijn voor 2019 €728.000,-. De doorberekening van de rentekosten naar de diverse producten en het grondbedrijf wordt aan de opbrengstenkant van dit subproduct tegengeboekt en is in €83.000,- lager dan de raming; deze boekingen compenseren elkaar en zijn niet van invloed op het rekeningsaldo.
531300 Algemene uitkering
De mutaties uit de decembercirculaire zijn relatief fors en kunnen, doordat deze circulaire zo laat beschikbaar komt, niet worden meegenomen in de najaarsnota. Daarnaast is er in januari 2020 nog een budgetbijstelling geweest die ook niet in de budgetten is verwerkt. Hierdoor is het (positieve) verschil ten opzichte van de raming €375.000,-. In onderstaand staatje is een opsomming gegeven van dit verschil.
Klimaatmiddelen (decembercirculaire) |
€237.000 |
Verlaging suppletieuitkering Sociaal Domein |
-/- €103.000 |
Verhoging maatstaf Sociaal Domein (ouders psychisch medicijngebruik) |
€197.000 |
Afrekening voorgaande jaren |
€39.000 |
Overige kleine verschillen |
€5.000
|
Totaal |
€375.000 |
531510 O.Z.B. woningen en 531560 O.Z.B. niet woningen
Over 2019 is €9.000,- meer aan O.Z.B.-inkomsten en inkomsten uit aanmaningen ontvangen. Dit is een zeer geringe afwijking van de totale raming (€4.750.000,-) en is het gevolg van relatief weinig neerwaartse WOZ-bijstellingen van hertaxaties, daarnaast zijn er meer woningen/bedrijven waarover O.Z.B. kon worden geheven dan waarmee rekening was gehouden.
531750 Precariobelasting
De werkelijke inkomsten uit Precariobelasting zijn €44.000,- hoger dan de raming.
573305 Uitkering deelfonds Jeugd en 577305 Uitkering deelfonds WSW
De verschillen in de uitkeringen van de deelfondsen worden veroorzaakt door verrekeningen met voorgaande jaren en resulteren in een nadeel van €13.000,-.